Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen was ik [40]onvernuftig, en wist niets; ik was een [41]groot beest bij U. 40. Als een overnuftig dier. Zie hfdst.49 vs.11. 41. Dat is, zeer beestelijk. Hebr. behemoth; dat is, beesten. Welk woord gebruikt wordt Job 40:10, naar sommiger gevoelen, van den olifant. De zin is: Ik mocht met recht bij U gehouden worden zo onverstandig en beestelijk als de beesten zelf.